28 juli 2016

Centrale Raad: AOW-gat is leeftijdsdiscriminatie

Op 18 juli 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraken gedaan in meerdere zaken over het AOW-gat van voormalig burgermedewerkers van Defensie met een wachtgelduitkering. Volgens de Raad is er in deze zaken sprake van verboden leeftijdsonderscheid en is de door de Minister aangeboden AOW-compensatie onvoldoende. Bovendien mag er van de burgermedewerkers niet worden verlangd dat zij hun ABP-ouderdomspensioen eerder in laten gaan om een deel van het AOW-gat te dichten.

Doorlopen wachtgeld?
Betekenen deze uitspraken van de Raad nu dat het wachtgeld van alle burgermedewerkers van Defensie nu door moet gaan lopen tot aan hun AOW-leeftijd? Nee, dat is helaas niet automatisch het geval. Enkele rechtbanken hadden dit in eerdere aanleg wel gesteld, maar de Raad heeft deze uitspraken vernietigd. De Raad is van mening dat Defensie een zekere mate van vrijheid heeft om te bepalen hoe het verboden onderscheid naar leeftijd wordt hersteld. Defensie zal dus in al deze zaken nieuwe besluiten moeten nemen en zal daarbij de overwegingen van de Raad in acht moeten nemen.

In een brief aan de Tweede Kamer heeft Minister Hennis op 27 juli jl. laten weten over de gevolgen van deze uitspraken in overleg te treden met de vakcentrales. De uitspraak van de Centrale Raad van beroep heeft het standpunt van de AFMP niet veranderd, namelijk dat het wachtgeld door moet lopen tot aan de verhoogde AOW-leeftijd. Ook staat de AFMP nog steeds op het standpunt dat de lasten die dit met zich meebrengt voor Defensie niet betaald dienen te worden uit het bestaande arbeidsvoorwaardenbudget.

Gevolgen AOW-gat voor militairen?
De bovenstaande uitspraken van de Raad hebben geen directe gevolgen voor de lopende bezwaar- en beroepsprocedures van militairen met een AOW-gat. De rechtbank in Den Haag gaat zich op 25 augustus aanstaande buigen over de proefprocessen met betrekking tot het AOW-gat voor militairen met onder andere UGM of wachtgeld. Gezien de verschillen tussen burgers en militairen (o.a. de bijzondere positie van de militair en het militaire pensioenstelsel) zijn bovenstaande uitspraken van de Centrale Raad van Beroep niet automatisch van toepassing op deze militaire AOW-gat-procedures.

Gezien de vele raakvlakken zullen de uitspraken van de Raad over het AOW-gat voor burgermedewerkers uiteraard wel door onze juristen in de zitting van 25 augustus a.s. worden meegenomen. Nu de minister in het georganiseerd overleg met ons wil spreken over de wachtgeld-uitspraken zullen we daar uiteraard ook wederom pleiten voor het volledig dichten van het AOW-gat voor militairen door de UKW uitkering door te laten lopen tot aan de verhoogde AOW leeftijd.