Breunis van de Pol Algemeen secretaris MARVER

Op naar een hete zomer?

Als algemeen secretaris van de Marechausseevereniging neem ik eenmalig als blogger de honneurs waar namens onze voorzitter Sven Schuitema, die nog een tijdje uit de running is. Defensie benadrukt al sinds jaar en dag dat haar ‘ Personeel op 1’ staat. Van deze bewering is de laatste jaren in onder meer de dagelijkse KMar-praktijk echter maar bar weinig terecht gekomen. Bezuinigingen zijn nog steeds aan de orde van de dag en er zijn bij Defensie op dit moment maar liefst ruim 9000 onvervulde vacatures. De arbeidsvoorwaarden voor medewerkers zijn onvoldoende en er ligt nog steeds geen goed onderhandelingsresultaat voor een nieuwe cao vanaf 1 januari dit jaar.

Het bestaande cao-bod van Defensie, waarop de onderhandelingen met de defensiebonden, waaronder de MARVER, eind december 2000 zijn spaak gelopen, is niet of nauwelijks serieus te nemen. In een cao-enquête hebben onze leden en die van alle andere Defensiebonden onlangs massaal nee gezegd tegen dit karige bod. Zij verlangen actie bij het uitblijven van verbeteringen. Deze overtuigende enquête-uitslag triggerde de bonden uiteindelijk tot een ultimatum aan Defensie om een sterk verbeterd bod op tafel te leggen. Onlangs werd helaas bekend dat Defensie dit ultimatum naast zich heeft neergelegd. Ik vraag me echter af of de werkgever wel beseft hoezeer zij al die hardwerkende medewerkers schoffeert met de minimale arbeidsvoorwaardenruimte die zij biedt. En dan heb ik het er nog niet eens over dat de afspraken uit eerdere akkoorden over het bezoldigingsstelsel en de vervanging van het FPS niet fatsoenlijk kunnen worden uitgewerkt. De werkgever heeft namelijk niet het daarvoor benodigde en destijds toegezegde geld.

Juist in deze lastige coronatijd wordt in ons land veelvuldig een beroep gedaan op onze veiligheidsdiensten, waaronder de KMar. Een goede en realistische beloning voor hun handhaving van onder meer de coronamaatregelen blijft echter achterwege. Desondanks blijft Defensie zich maar afvragen waarom er zo weinig belangstelling bestaat voor dit prachtige vak. Als werkgever moet je dit werk ook financieel aantrekkelijk maken en dat is het op dit moment echt niet. En ondertussen moet het Defensiepersoneel kunnen vertrouwen en bouwen op een betrouwbare overheid. De loze beloftes van de afgelopen jaren bewijzen echter het tegendeel.

Ik ben benieuwd wat het kabinet doet als alle medewerkers bij de politie en Defensie hun werk zouden neerleggen, alhoewel dat in laatstgenoemde sector officieel overigens niet mag. Naar mijn mening vergeet de overheid één cruciaal ding: als Nederlandse samenleving zijn we sterk afhankelijk van onze veiligheidsdiensten en van bijvoorbeeld de politie en de KMar. De loyaliteit en de betrokkenheid van Defensiemedewerkers bij hun werk brokkelen door alle perikelen en gebroken beloftes helaas in ras tempo af. Zij zoeken naarstig naar werk met betere arbeidsomstandigheden en een betrouwbaardere werkgever. Zeg nou zelf: dat is toch volstrekt logisch?

Ik hoop dat de angst voor een potentiële nog verdere leegloop de werkgever uit haar slaapt houdt en dat zij spoedig met een beter bod komt in de te lang voortslepende onderhandelingen voor betere arbeidsvoorwaarden. Gebeurt dit niet? Dan voorspel ik een hete zomer vol acties. Luisterend naar de grote meerderheid van onze leden, kan ik namelijk maar een ding concluderen: de maat is echt vol.

Beterschap vanuit Defensie lijkt twijfelachtig. Ik ben erg benieuwd of de Defensieparagraaf weer écht nieuw leven zal worden ingeblazen door de politieke partijen, die na de Tweede Kamer-verkiezingen van 17 maart een coalitie gaan vormen. We zullen zien wat de toekomst ons brengt. Het te lange wachten ondertussen is op een realistisch cao-bod van Defensie.