7 april 2016

Proefprocessen AOW-gat stellen rechten leden veilig

Moet Defensie de UGM-uitkering laten doorlopen tot aan de jaarlijks stijgende AOW-gerechtigde leeftijd? In afwachting van het definitieve oordeel van de Centrale Raad van Beroep over deze kwestie heeft de Marechausseevereniging met de rechterlijke macht afgesproken de overige 450 beroepszaken te behandelen in de vorm van twee proefprocessen.

Zoals bekend kun je als Defensiemedewerker op drie niveaus protest aantekenen tegen een (voorgenomen) besluit van je werkgever. Ten eerste kun je proberen hem op andere gedachten te brengen door het indienen van een bezwaarschrift. Blijft de werkgever daarna bij zijn besluit, dan heb je zes weken de tijd om naar de rechter stappen en een beroepszaak aan te spannen. Krijg je ook van de rechter geen gelijk, dan kun je in hoger beroep gaan bij de hoogste rechter in ambtenarenzaken – de Centrale Raad van Beroep.

Een aantal zaken over het AOW-gat is inmiddels al bij de Centrale Raad aanbeland. Die is zich op dit moment dan ook aan het beraden over de twee cruciale vragen die in het geding zijn. Moet de UGM-uitkering doorlopen tot aan de (jaarlijks stijgende) AOW-gerechtigde
leeftijd? En: moet de voorlopige compensatie die met Defensie is afgesproken voor het AOW-gat bruto of netto zijn?

Rechtszakenberg
Waarschijnlijk zal het echter nog wel enige tijd duren voordat de Raad uitspraak doet. Praktisch probleem is dat in de tussentijd de juridische klok genadeloos doortikt voor de gevoerde bezwaarprocedures. Procesjurist Wiebe Herweijer: ‘De Marechausseevereniging heeft Defensie verzocht de behandeling van de bezwaarschriften ‘aan te houden’ (te bevriezen), maar de werkgever heeft dat geweigerd. Het gevolg is de afgelopen maanden met grote regelmaat bezwaarschriften zijn afgewezen. Vervolgens moest binnen zes weken tegen dat besluit van de werkgever een beroepszaak worden aangespannen bij de rechter. Doe je dat niet of niet op tijd, dan gaat die mogelijkheid voorgoed verloren. De MARVER is dus al maanden bezig zaken naar de rechter te brengen om de rechten van haar leden veilig te stellen. Samen met de zaken van de AFMP, onze defensiepartner binnen FNV Veiligheid, hebben we het dan over een aantal dat de komende tijd zal oplopen tot bijna vijfhonderd.’

Het zou zowel voor de MARVER en de AFMP als voor de rechterlijke macht een zeer kostbare en tijdrovende affaire worden om al die zaken apart te behandelen. Op voorstel van de twee vakverenigingen is er dan ook voor gekozen twee zaken te selecteren voor het voeren van proefprocessen. Het uiteindelijke rechterlijke oordeel in die zaken geldt dan voor alle identieke zaken.

Twee soorten besluiten
Herweijer: ‘Het worden twee proefzaken omdat er twee soorten besluiten in het spel zijn. Er zijn leden die na 1 januari 2013 hun UGM-besluit hebben gekregen en daartegen toen bezwaar hebben gemaakt – vanwege de looptijd tot (slechts) 65 jaar. Maar er waren natuurlijk op 1 januari 2013 ook al veel leden met UGM. Die konden dus niet meer binnen zes weken bezwaar maken tegen hun eerder verstrekte UGM-besluit. Op advies van de MARVER hebben die leden Defensie/pensioenfonds ABP bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd verzocht om een herziening van de einddatum van de UGM. Dat verzoek werd vervolgens steevast afgewezen, waarna ze tegen dat besluit een bezwaarprocedure konden starten.’

Dwangsom
Aanvankelijk reageerde pensioenfonds ABP nogal traag op de ingestuurde verzoeken om herziening van de einddatum van de UGM. Daar is verandering in gekomen nadat de Marechausseevereniging haar leden adviseerde gebruik te maken van de mogelijkheid om een dwangsom op te leggen. Herweijer: “Mede dankzij de MARVER hebben veel leden een dwangsom binnengesleept. ABP is daardoor wakker geschud en nu komen de beslissingen
netjes op tijd binnen.”

‘Speciaaltjes’
In de praktijk blijken er ook leden te zijn die besloten hebben om – tegen het advies van de MARVER in – op eigen houtje in bezwaar te gaan tegen bijvoorbeeld een informatiebrief van pensioenfonds ABP. Herweijer: ‘Dat soort zaken wordt juridisch niet in behandeling genomen
(niet-ontvankelijk verklaard) omdat er geen sprake is van een besluit. Het is niet gericht op een rechtsgevolg, maar gericht op informatie en daar kan je niets mee. Zo zijn er meer ‘speciaaltjes’ die we separaat oppakken. Ook dan doen we uiteraard ons best om juridisch
nog iets voor deze leden te redden.’

De rechtszitting over de twee proefzaken vindt naar verwachting plaats in juni van dit jaar.