20 juni 2016

'Toepassing verwurging snel beter regelen'

Op dinsdag 22 maart 2016 publiceerde de Inspectie Veiligheid en Justitie een onderzoeksrapport naar het gebruik van de nekklem door medewerkers van de Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie en de Dienst Justitiële Inrichtingen. De inhoud kreeg minder media-aandacht dan verwacht, aangezien Brussel diezelfde dag getroffen werd door terroristische aanslagen op vliegveld Zaventem en metrostation Maalbeek. Voldoende reden om in deze Marechausseevereniging de conclusies van de Inspectie nog eens even onder de loep te nemen.

Op zaterdag 27 juni 2015 verrichtte de politie na afloop van het Night At The Park-festival in het Zuiderpark in Den Haag een aanhouding en paste daarbij een zogenaamde nekklem toe. De arrestant was de 42-jarige Arubaan Mitch Henriquez, die voor familiebezoek in Nederland was. Toen hij de dag daarna overleed, leidde dat in de Haagse Schilderswijk tot grote ongeregeldheden en protesten tegen het optreden van de politie.

Zuurstofgebrek
De Rijksrecherche kwam al snel met voorlopige onderzoeksresultaten: de Arubaan was overleden aan zuurstofgebrek, waarschijnlijk veroorzaakt door hardhandig politie-optreden. Het definitieve onderzoeksrapport is eind vorig jaar ingediend bij het Openbaar Ministerie. De inhoud is niet bekendgemaakt en het OM is zich nog aan het beraden over het al dan niet vervolgen van de vijf agenten die bij de arrestatie van Mitch Henriquez betrokken waren.

Op verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur, stelde de Inspectie Veiligheid en Justitie een algemeen onderzoek in naar het gebruik van de nekklem door de politie en de opleiding en training op dat gebied. De Inspectie betrok ook de Koninklijke Marechaussee en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) bij het onderzoek. In totaal hebben 997 medewerkers van deze diensten (anoniem) een digitale vragenlijst ingevuld.

Controletechniek
In zijn eindrapport stelt de Inspectie om te beginnen dat met het woord ‘nekklem’ meerdere technieken worden aangeduid waarbij de nek van een persoon wordt omvat. Belangrijk onderscheid is of deze ‘klem’ bedoeld is als controletechniek of als verwurgingstechniek.
In het eerste geval is het doel het hoofd en de rest van het lichaam van een opstandig persoon onder controle te krijgen. Door het hoofd als het ware onder de arm te nemen, aldus de Inspectie, ‘wordt de bewegingsvrijheid van het hoofd, en daarmee van de gehele persoon ingeperkt. Door het hoofd naar beneden te trekken, dwingt de uitvoerder de betrokkene naar de grond. Dit is een elementaire worsteltechniek.’

Verwurgingstechnieken
De Inspectie benadrukt dat het hanteren van deze controletechniek in de praktijk heel snel kan overgaan in het uitvoeren van een verwurgingstechniek – bedoeld of onbedoeld. ‘De lijn tussen controle en verwurging in de praktijk dun.’ Aan beide zijkanten van het hoofd bevinden zich halsslagaders. ‘Wanneer de uitvoerder ook één van deze aders afknelt, vindt bloedverwurging plaats. Er stroomt dan minder bloed naar de hersenen. Wanneer de omvatting zodanig wordt uitgevoerd dat met onder- en bovenarm beide slagaders worden dichtgeknepen, wordt de bloedtoevoer naar het hoofd bijna geheel gestremd.’ Het toepassen van de nekklem kan ook uitlopen op luchtverwurging: het beknellen van de luchtpijp, met als gevolg dat de zuurstoftoevoer wordt belemmerd.

Wettelijke basis
De geweldsinstructies van marechaussees en politieambtenaren bevatten specifieke voorschriften voor het gebruik van geweldsmiddelen, zoals de wapenstok, pepperspray of het vuurwapen. Het toepassen van uitsluitend fysieke geweldstechnieken is echter niet nader gedefinieerd en gereguleerd. Dit betekent dat marechaussees en politiemensen bevoegd zijn dit soort geweld te gebruiken mits ze rechtmatig handelen en hun optreden voldoet aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Dat wil zeggen: er moeten geen andere manieren (meer) zijn om het probleem op te lossen (subsidiariteit) en het gebruikte geweld moet niet buitensporig zijn (proportionaliteit). Voldoet het toepassen van een nekklem niet aan deze eisen, dan kan het ook voor overheidsfunctionarissen een strafbaar feit inhouden.

Opleiding/training
Bij geen van de onderzochte organisaties staat een verwurgingstechniek in het opleidingsprogramma. Toch leert een deel van de docenten zijn leerlingen zo’n techniek aan – zowel tijdens de basisopleiding als tijdens de onderhoudstrainingen. Dit heeft te maken met de vrije ruimte die docenten hebben bij het invullen van de lessen. De inschatting van de risico’s die zijn verbonden aan lucht- dan wel bloedverwurging verschilt per organisatie en per docent. Bij de KMar leren docenten de nekklem vooral aan als controletechniek, en maar weinig als lucht- of bloedverwurging. Bij de politie wordt de nekklem meer als bloedverwurging aangeleerd dan als luchtverwurging.

Praktijk
De geweldsregistraties van de KMar en de Nationale Politie bevatten te weinig informatie om te kunnen vaststellen hoe vaak uitvoerende medewerkers een nekklem gebruiken en hoe vaak dat tot letsel leidt. Op basis van zijn eigen onderzoek stelt de Inspectie dat in situaties waarin gebruik van fysiek geweld nodig wordt geacht in een vijfde van de gevallen wordt gekozen voor het omvatten van de nek. In ongeveer de helft van de toepassingen is sprake van een verwurgingstechniek. Afgaande op hun eigen ervaringen leidt dat volgens de respondenten zelden of nooit tot letsel. Dat wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen. In de periode 2005-2012 overleden 24 mensen bij een aanhouding door de politie waarbij fysiek geweld was gebruikt. In twaalf gevallen was een nekklem toegepast. In één geval kon ‘verstikking’ als doodsoorzaak worden aangetoond.

Duidelijkheid vereist
Het met de arm omvatten van iemands nek is een effectieve techniek om een opstandig persoon onder controle te krijgen. Gezondheidsrisico’s doen zich pas voor als de nekklem met voldoende kracht wordt uitgevoerd om de luchtpijp of de halsslagaders af te knijpen. Die risico’s zijn dusdanig ernstig dat veiligheidsorganisaties een eind moeten maken aan de interne verdeeldheid over de risico’s van de nekklem als verwurgingstechniek, aldus de Inspectie van Veiligheid en Justitie. De Koninklijke Marechaussee en de Nationale Politie dienen een helder en beargumenteerd standpunt in te nemen over de noodzaak van het kunnen toepassen van een bloed- en/of luchtverwurging voor de taakuitvoering. Achten zij die noodzaak afwezig, dan dienen zij hun medewerkers deze technieken ook niet aan te leren en de toepassing te bestraffen. Achten zij die noodzaak aanwezig, dan dienen uitvoerende medewerkers opgeleid en getraind te worden in een veilige en verantwoorde toepassing.
Gelet op de risico’s verdient het aanbeveling om in de Ambtsinstructies op te nemen in welke gevallen een verwurgingstechniek toelaatbaar is, analoog aan de regeling van de geweldsmiddelen. Ook onderstreept de Inspectie het belang van een zorgvuldige registratie van het gebruik van de nekklem (zowel met als zonder verwurging).

Minister Van der Steur heeft de Koninklijke Marechaussee, de Nationale Politie en de Dienst Justitiële Inrich-tingen inmiddels verzocht om voor de eigen organisatie een landelijke instructie op te stellen voor het toepassen van hoofdcontrole- en verwurgingstechnieken. De Marechausseevereniging juicht deze stap toe en zal haar best doen om bij te dragen aan de snelle totstandkoming van een relevante regeling.

Houdingsverstikking
De Inspectie vestigt in zijn rapport ook nadrukkelijk de aandacht op een derde situatie waarin het risico op verstikking zich kan voordoen. ‘Om een persoon die zich verzet onder controle te brengen, brengen de uitvoerders hem vaak naar de grond. Daar kunnen ze de ledematen van de betrokkene in bedwang houden en hem uiteindelijk boeien en afvoeren. Als hij ook op de grond gelegen veel verzet blijft bieden, zijn daarvoor vaak meer dan twee uitvoerders nodig. Als de betrokkene op de buik ligt en meerdere uitvoerders druk op de rug uitoefenen om hem in bedwang te houden, kan verstikkingsgevaar optreden doordat de ademhaling wordt belemmerd. Men spreekt dan van houdingsverstikking.

Regievoering
De Inspectie constateert dat tijdens de opleidingen en de trainingen het belang van regievoering in situaties van ongeorganiseerd groepsoptreden opvallend weinig aandacht krijgt. ‘Marechaussees en politiemedewerkers komen soms onverwacht in situaties terecht waarbij ze met meerdere medewerkers fysiek moeten ingrijpen. Ze zijn echter niet getraind om in dat soort situaties als groep op te treden. Er wordt dan geen persoon aangewezen die het overzicht houdt en oog heeft voor de proportionaliteit en de risico’s van het gebruik van verwurgingstechnieken.’ In zo’n stressvolle situatie kan het voor medewerkers moeilijk te onderscheiden zijn of iemand zich nog steeds verzet tegen de aanhouding, of zich probeert te ontworstelen aan verstikking. Daardoor kan een gevaarlijke situatie ontstaan. De Inspectie: ‘Wanneer de medewerkers onvoldoende waarnemen dat verstikkingsgevaar dreigt en ze de paniek daarover interpreteren als voortgaand verzet, zijn ze geneigd om nog meer druk uit te oefenen op de rug van de betrokkene en/of de nekklem nog sterker aan te zetten.’

Meer over:
GVW